De UNESCO Werelderfgoedconventie omschrijft de oude stad Gordion als "een oude nederzetting met meerdere lagen, die de overblijfselen omvat van de oude hoofdstad Phrygië, een onafhankelijk koninkrijk uit de ijzertijd." UNESCO voegt hieraan toe: „De archeologische opgravingen en het onderzoek op de locatie brachten een schat aan overblijfselen aan het licht over de Frygische cultuur en economie, zoals bouwtechnieken, ruimtelijke ordening, verdedigingsstructuren en begrafenisrituelen."
Over de vijf in de 13e en14e eeuw gebouwde zuilenmoskeeën roemt de werelderfgoed-organisatie het kenmerkende architectonische ontwerp met een buitenschil van metselwerk met rijen houten binnenkolommen ('zuilen") die een plat houten plafond en het dak ondersteunen. Ze vallen ook op door hun ingenieuze houtsnij- en handwerk alsmede de bijzondere esthetiek en decoraties in geometrische vormen. "De historische bouwwerken zijn sinds de Middeleeuwen prima bewaard gebleven en weerspiegelen het Anatolische leven en haar cultuur.
Gordion 4500 jaar oud en oorsprong Gordiaanse knoop
Met de ononderbroken menselijke bewoning in en rond de oude stad gedurende 4500 jaar is Gordion een van de gebieden ter wereld met de langste beschavingsgeschiedenis. Het was de politieke en culturele hoofdstad van Frygië vanaf de 12e eeuw v.Chr. De Frygiërs vestigden zich in een groot gebied dat de huidige provincies Ankara, Afyonkarahisar, Eskişehir en Kütahya omvat. Langs het Phrygian Trail vind men nog altijd Frygische ruïnes en rotsschilderingen.
De locatie stond ooit onder het bewind van de bekende koning Midas, die volgens de mythologie was vervloekt door de 'gouden aanraking'. De Grote Tumulus - het graf van Midas – is in Gordion de derde grootste grafheuvel.
Gordion wordt ook geassocieerd met de Gordiaanse Knoop. Volgens de legende kon de knoop alleen worden ontrafeld door de toekomstige veroveraar van Azië. Het is dan ook geen toeval dat Gordion bezoek kreeg van Alexander de Grote, die er met zijn zwaard doorheen probeerde te snijden.
Serie van vijf authentieke moskeeën op de Werelderfgoedlijst
Voor het eerst is een groep erfgoederen als een geheel op de UNESCO-lijst geplaatst. De laat 13e eeuwse Beyşehir Eşrefoğlu-moskee is de grootste van Anatolië en rijk gedecoreerd.
De Sivrihisar Ulu-moskee is een ander zeldzaam voorbeeld van een grote moskee met houten zuilen. De acht eeuwen oude moskee biedt plaats aan 2.500 gelovigen en het dak dat wordt gedragen door 67 houten zuilen, versierd met Kalem işi-motieven.
De Kasabaköy Mahmut Bey-moskee neemt een vooraanstaande plaats in tussen de houten moskeeën van Anatolië. Het gebedshuis is is gebouwd zonder een enkele spijker en heeft een unieke interieur en houten structuur. Het portaal van de moskee, een meesterkunstwerk, wordt bewaard in het Kastamonu Etnografisch Museum. Een replica van het originele portaal is in de moskee gemonteerd.
De Ahi Şerefeddin-moskee, ook bekend als Arslanhane, heeft acht eeuwen geschiedenis. In de muur van het tombencomplex naast de moskee, gebouwd begin 13e eeuw, is een leeuwenbeeld ingemetseld. Gebruikmakend van in beslag genomen materialen kenmerkt de gelijkvloerse moskee zich door haar 24 houten zuilen met marmeren kapiteel.
De Afyonkarahisar Ulu-moskee tenslotte is een van de grootste in de stad. Het is een van de unieke voorbeelden van de Seltsjoekse periode met haar houten en bakstenen architectuur met geglazuurde tegels. Het houten balkendak wordt ondersteund door 40 houten zuilen waarvan de kapitelen zijn gemaakt door meester-ambachtslieden.
De Seltsjoekse en Ottomaanse houten moskeeën van Anatolië zijn zeldzame voorbeelden van religieuze architectuur met spijkerloos gebruik van hout en indrukwekkende handgemaakte decoraties. De traditionele bouwwijze duurde voort tot begin 20e eeuw.